In topvorm met sportfysiotherapeut Alex Drost

In topvorm met sportfysiotherapeut Alex Drost

Alex Drost is Master sportfysiotherapeut bij ORION Stars en sinds het kampioensjaar 2012 betrokken bij de club. Wat begon als een mooie uitdaging is in de loop der jaren uitgegroeid tot een diepe verbondenheid met de club, de spelers en alles wat topvolleybal met zich meebrengt.

Zijn eigen sportachtergrond ligt in tennis en triatlon. Maar de attractiviteit en explosiviteit van het spel sprak hem meteen aan in het volleybal. De snelheid waarmee situaties wisselen, het constante schakelen, de mentale en fysieke druk. Dat alles maakt het voor hem als fysiotherapeut én sportliefhebber een van de meest fascinerende teamsporten die er is.

Zoals bij veel van zijn collega’s is de passie voor fysiotherapie ontstaan door mijn eigen ervaringen met blessureleed. Blessures zetten je letterlijk stil, maar ze maken je ook bewuster van je lichaam. Die zoektocht naar herstel, de samenwerking met therapeuten, en de persoonlijke groei die daaruit voortkwam, brachten hem tot het besef: dit is wat hij ook voor anderen wil betekenen.

In al die jaren bij ORION Stars heeft hij veel mooie momenten meegemaakt, maar de Europese trips blijven voor hem echt speciaal. Het reizen met het team, het op het hoogste niveau spelen tegen buitenlandse tegenstanders, de sfeer, de voorbereiding, en alles wat daaromheen hangt, geven hem de energie om zich het hele jaar door volledig in te zetten voor de spelers.

Een doorsnee dag begint vaak met een aantal individuele contactmomenten. Hij is dagelijks een aantal uren beschikbaar voor spelers die vragen hebben, pijntjes voelen of preventief behandeld willen worden. Daarnaast bereidt hij fysieke trainingen voor gericht op kracht, mobiliteit en blessurepreventie. Deze trainingen begeleidt hij ook meerdere keren per week. Op wedstrijddagen is hij samen met een collega altijd aanwezig: van tapen en opwarmen tot het begeleiden tijdens en na de wedstrijd. Hij ervaart het als een intensieve maar enorm dankbare rol. En wij vroegen hem het hemd van het lijf over deze rol. 

Wat zijn de belangrijkste fysieke aandachtspunten aan het begin van het seizoen?

Aan het begin van het seizoen draait alles om het opbouwen van belastbaarheid. Veel spelers komen uit een relatief rustige periode en willen direct op volle kracht spelen. Maar je lichaam heeft tijd nodig om weer te wennen aan de intensiteit van sprongen, landingen, duiken en snelle richtingsveranderingen. De focus ligt daarom op mobiliteit, kracht, stabiliteit en spieractivatie. Vooral rondom schouders, core en knieën.

Wat zijn je favoriete oefeningen ter voorbereiding op het nieuwe seizoen?

Ik werk graag met plyometrische oefeningen gecombineerd met rompstabiliteit. Denk aan box jumps, single-leg landingen met balanscontrole, en core drills zoals dead bugs, planks en anti-rotatie-oefeningen. Voor de schouders gebruik ik veel theraband-oefeningen en scapulastabiliteitstraining—zoals Y-T-W's en excentrische rotator cuff oefeningen.

Hoe ziet volgens jou de ideale warming-up eruit?

Een goede warming-up is dynamisch en functioneel. Eerst wat algemene activatie: jumping jacks, skipping, armzwaaien. Daarna dynamische rekoefeningen (zoals lunges met rotatie), gevolgd door sport specifieke bewegingen zoals mini-sprongen, zijwaartse stappen en reactieve drills. Ten slotte wat korte rally-achtige bewegingen om lichaam en brein synchroon te krijgen.

Welke spieren/spiergroepen zijn volgens jou heel belangrijk in het volleybal maar worden onderschat?

De diepe gelegen spieren en bilspieren worden vaak vergeten, terwijl die cruciaal zijn voor explosiviteit en blessurepreventie. Ook de onderrug en schouderbladstabiliteit worden onderschat. Een zwakke core of beperkte scapulacontrole leidt vaak tot compensatieklachten in knieën of schouders.

Wat zijn de eerste signalen van overbelasting? En wat kun je doen als je merkt dat je als speler overbelast raakt?

Vroege signalen zijn aanhoudende spierpijn, verminderde prestaties, stijve gewrichten, slechte slaap en vermoeidheid die niet overgaat. Als speler moet je dan gas terugnemen: rust nemen, extra aandacht geven aan herstel (voeding, slaap, mobiliteit) en in overleg met trainer of fysio je schema bijstellen.

Hoe belangrijk is herstel? En hoe kun je herstel bevorderen?

Herstel is net zo belangrijk als training zelf. Zonder goed herstel groeit je belastbaarheid niet. Actieve recuperatie, goede voeding (eiwitten!), voldoende slaap (minimaal 8 uur), foamrolling, mobiliteitstraining en eventueel koude/warmtebehandelingen kunnen allemaal bijdragen. Ook mentaal herstel mag niet onderschat worden.

Welke blessure zie je het vaakst bij volleyballers?

De jumper’s knee (patella tendinopathie) is helaas erg gangbaar. Daarnaast zie ik veel schouderklachten (impingement, overbelasting rotator cuff) en enkelverstuikingen door sprong-landingsmomenten.

Kun je blessures volgens jou voorkomen? Zo ja, hoe?

Je kunt ze nooit 100% voorkomen, maar we proberen het risico sterk te verlagen. Door een goed doordacht oefenprogramma met kracht, mobiliteit en stabiliteit. Regelmatige screening, een progressieve opbouw in belasting, aandacht voor techniek, voldoende rust én goede communicatie tussen speler, trainer en fysiotherapeut zijn essentieel.

Heb je nog een advies voor volleyballers?

Slim en gericht trainen, met aandacht voor herstel en techniek, brengt je veel verder dan altijd maar ‘hard gaan’. En als iets pijn doet: negeer het niet! Vroeg ingrijpen voorkomt langdurige blessures.

 

/